In Gods aanwezigheid

“Wees stil en weet dat Ik God ben.” (Psalm 46:10). Heer, Uw woorden leiden ons naar de kalmte en de grootsheid van Uw aanwezigheid.

Vrijheid

“Er zijn maar heel weinig mensen
die beseffen op welke manier God hen zou leiden
als ze zichzelf zouden overgeven in zijn handen,
en zich laten vormen door zijn genade.” (Heilige Ignatius)
Ik vraag om de genade om mezelf volledig toe te kunnen vertrouwen aan Gods liefde.

Bewustzijn

Mijn ziel verlangt naar Uw aanwezigheid, Heer. Als ik mijn gedachten op U richt, vind ik vrede en tevredenheid.

Het Woord van God

⁹In die tijd vertelde Jezus, met het oog op sommigen die, – overtuigd van eigen gerechtigheid – de anderen minachtten, de volgende gelijkenis. ¹⁰“Twee mensen gingen op naar de tempel om te bidden; de een was een Farizeeër en de andere een tollenaar. ¹¹De Farizeeër stond met opgeheven hoofd en bad bij zichzelf als volgt: ‘God, ik dank U dat ik niet zo ben als de rest van de mensen, rovers, onrechtvaardigen, echtbrekers, of ook als die tollenaar daar. ¹²Ik vast tweemaal per week en geef tienden van al mijn inkomsten.’ ¹³Maar de tollenaar bleef op een afstand en wilde zelfs niet zijn ogen opheffen naar de hemel; maar hij klopte zich op de borst en zei: ‘God, wees mij, zondaar genadig.’ ¹⁴Ik zeg u: deze ging gerechtvaardigd naar huis en niet die andere; want alwie zich verheft zal vernederd, maar wie zich vernedert zal verheven worden.”

Inspiratie

Jezus geeft ons hier een belangrijke les over het gebed. Opdat onze gebeden verhoord zouden worden, moeten we met nederigheid tot God bidden. Nederigheid is waarheid, de waarheid van onze kleinheid en onze volledige afhankelijkheid van God. Het is met deze houding dat we nu voor God komen om vanuit ons hart te bidden.

De Farizeeër schonk in zijn gebed aandacht aan alles wat hij had gedaan. De tollenaar schonk aandacht aan God en aan zijn barmhartigheid. De Heilige Teresa van Avila dacht dat echt gebed meer om liefhebben gaat dan om nadenken. Er zit veel waarheid in de stelling dat wanneer we nadenken in ons gebed, we bij onszelf zijn en wanneer we liefhebben tijdens het gebed, we bij God zijn. Gebed heeft alles te maken met een relatie. Ga ik alleen maar naar het gebed om dingen te vragen voor mezelf en anderen óf besteed ik het grootste deel van mijn tijd aan het bij God blijven, het delen met Hem en het luisteren naar Hem?

Gesprek

“Er is geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn” (Romeinen 8,1) (Romeinen 8:1). Ik wend me tot Degene die van mij houdt en mij beter kent dan ik van mezelf kan houden of mezelf kan kennen. Hem vraag ik om datgene wat ik op dit moment nodig heb.

Besluit

In de liefdevolle aanwezigheid van God,
vraag ik Hem mij te zegenen en te leiden
terwijl ik Zijn werk doe in mijn dagelijks leven.

Amen