Dinsdag 15 april •Holy Week
In Gods aanwezigheid
Lieve Jezus, ik kom vandaag naar U toe, verlangend naar Uw aanwezigheid. Ik verlang van U te houden zoals U van mij houdt. Mag niets mij ooit van U scheiden.
Vrijheid
Ik zal om Gods hulp vragen
om vrij te zijn van mijn eigen zorgen,
om open te staan voor God in deze tijd van gebed en
om Hem beter te leren kennen, liefhebben en dienen.
Bewustzijn
Bewust van Uw aanwezigheid, Heer,
kijk ik naar mijn recente verleden.
Laat me eerlijk zijn tegen mezelf over hoe ik
ben geweest en wat ik heb gedaan,
omdat ik weet dat U van de waarheid in het hart houdt
en me accepteert zoals ik ben.
Het Woord van God
Johannes 13, 21-33.36-3821In die tijd, toen Jezus met zijn leerlingen aan tafel aanlag, werd Hij ontroerd en bevestigde: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: een van u zal Mij overleveren.” 22De leerlingen keken elkaar aan, in het onzekere wie Hij bedoelde. 23Een van de leerlingen, degene die door Jezus bemind werd, lag dicht tegen Jezus aan., 24Simon Petrus gaf hem een teken en vroeg hem: “Wie bedoelt Hij?” 2525Toen leunde deze tegen Jezus’ borst en zei: “Heer, wie is het?” 2626Jezus antwoordde: “Hij is het aan wie Ik het stuk brood zal geven dat Ik ga indopen.” Na het stuk brood te hebben ingedoopt reikte Hij het toe aan Judas Iskariot., 27En toen Judas dit had aangenomen voer de satan in hem. Jezus zei hem: “Wat gij te doen hebt doe dat spoedig.” 28Maar niemand van de aanliggenden begreep waarom Hij dit tot hem zei. 29Omdat Judas de beurs hield, meenden sommigen dat Jezus hem opdroeg: Koop wat wij voor het feest nodig hebben, of dat hij iets aan de armen moest geven. 30Toen hij het stuk brood had aangenomen, ging hij terstond weg. Het was nacht.
31Na zijn vertrek zei Jezus: “Nu is de Mensenzoon verheerlijkt en God is verheerlijkt in Hem. 32Als God in Hem verheerlijkt is zal God ook Hem in zichzelf verheerlijken, ja, Hij zal Hem spoedig verheerlijken. 33 Kindertjes, nog maar kort zal Ik bij u zijn. Gij zult Mij zoeken, en zoals Ik tot de Joden gezegd heb: Waar Ik heen ga kunt gij niet komen, zo zeg Ik het thans tot u.”
36Simon Petrus zei Hem: “Heer, waar gaat Gij naar toe?” Jezus gaf hem ten antwoord: “Waar Ik heenga kunt gij Mij nu niet volgen, later wel.” 37Petrus vroeg Hem: “Heer, waarom kan ik U niet terstond volgen? Mijn leven zal ik voor U geven.” 38Jezus antwoordde: “Uw leven zult gij voor Mij geven? Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Nog eer de haan kraait zult gij Mij driemaal verloochend hebben.”
Inspiratie
Het besef dat een van zijn eigen vertrouwelingen Hem zou uitleveren aan zijn vijanden, moet Jezus veel verdriet hebben gedaan. In Psalm 55, 13-15 lezen we over het verraad van iemand die samen met een ander had verbleven in het huis van God.
Ook Petrus, die zo stellig beloofde zijn leven voor Jezus te geven, zou Hem niet veel later verloochenen. Dat moet Jezus opnieuw verdriet hebben gedaan. Hoe vaak belijden wij, net als Petrus, ons geloof en onze liefde voor Jezus, maar leven we er niet naar? Laten we bidden om oprecht berouw over onze zwakheid en onvermogen om trouw te zijn aan Jezus.
Gesprek
Terwijl ik me herinner dat ik nog steeds in Gods aanwezigheid ben,
stel ik me voor dat Jezus zelf naast me staat of zit,
en zeg ik wat er in mijn gedachten omgaat, wat er in mijn hart omgaat,
sprekend als een vriend tot een ander.
Besluit
Ik dank God voor zijn geschenk van liefde
terwijl ik verder ga met vreugde en hoop
om Zijn volk te dienen.
Amen
Copyright © 1999-2025 Sacred Space. All rights reserved.
Gewijde Ruimte is een werk van de Ierse Jezuïeten.