Vrijdag 25 april
In Gods aanwezigheid
God is Immanuel, God-met-mij. Zijn aanwezigheid omringt mij met zijn stralende liefde. Hij weet precies wat ik ieder moment nodig heb. Ik stel al mijn vertrouwen in Hem.
Vrijheid
Veel landen lijden op dit moment onder de gevolgen van het oorlogsgeweld. Ik buig mijn hoofd in dankbaarheid voor mijn vrijheid. Ik bid voor alle gevangenen, gevangenen en mensen die lijden als gevolg van oorlog.
Bewustzijn
Jezus, U bent er altijd en wacht op mij.
Geef dat ik vaker stil mag zijn,
dat ik altijd verlang om tijd door te brengen in Uw Aanwezigheid,
om Uw vrede, Uw liefde te kennen.
Het Woord van God
Johannes 21, 1-141Jezus verscheen opnieuw aan de leerlingen bij het meer van Tiberias. De verschijning verliep als volgt: 2Er waren bijeen: Simon Petrus, Tomas die ook Didymus genoemd wordt, Natanaël uit Kana in Galilea, de zonen van Zebedeüs en nog twee van zijn leerlingen. 3Simon Petrus zei tot hen: “Ik ga vissen.” Zij antwoordden: “Dan gaan wij mee.” Zij gingen dus op weg en klommen in de boot, maar ze vingen die nacht niets.
4Toen het reeds morgen begon te worden, stond Jezus aan het strand, maar de leerlingen wisten niet dat het Jezus was. 5Jezus sprak hen aan: “Vrienden, hebben jullie soms wat vis?” “Neen,” zeiden ze. 6Toen beval Hij hun: “Werpt het net uit, rechts van de boot, daar zult ge iets vangen.” Nadat ze dit gedaan hadden, waren ze niet meer bij machte het net op te halen vanwege de grote hoeveelheid vissen. 7Daarop zei de leerling van wie Jezus veel hield tot Petrus: “Het is de Heer!” Toen Simon Petrus hoorde dat het de Heer was, trok hij zijn bovenkleed aan – want hij droeg slechts een onderkleed – en sprong in het meer. 8De andere leerlingen kwamen met de boot, want zij waren niet ver uit de kust, slechts ongeveer tweehonderd el, en sleepten het net met de vissen achter zich aan.
9Toen zij aan land waren gestapt, zagen zij dat er een houtskoolvuur was aangelegd met vis er op en brood. 10Jezus sprak tot hen: “Haalt wat van de vis die gij juist gevangen hebt.” 11Simon Petrus ging weer aan boord en sleepte het net aan land. Het was vol grote vissen, honderddrieënvijftig stuks, en ofschoon het er zoveel waren, scheurde het net niet. 12Jezus zei hun: “Komt ontbijten.” Wetend dat het de Heer was, durfde geen van de leerlingen Hem vragen: “Wie zijt Gij?” 13Jezus trad dichterbij, nam het brood en gaf het hun, en zo ook de vis. 14Dit nu was de derde keer dat Jezus aan de leerlingen verscheen sinds Hij uit de doden was opgestaan.
Inspiratie
Na hun ontmoeting met Hem zullen de apostelen als getuigen van de opstanding er op uit trekken vanuit Jeruzalem naar de hele wereld. Als volgelingen van Jezus zijn ook wij geroepen om op weg te gaan en te getuigen van zijn verrijzenis.
Het is een van de meest intieme scènes uit het evangelie: de verrezen Jezus die zijn vrienden ontmoet aan de oevers van het meer. Als mens weet Jezus hoe vermoeid ze zich nu wel zullen voelen. Ze zullen ook wel honger hebben en zich ontmoedigd voelen na een nacht vruchteloos vissen. Hij heeft ontbijt klaargezet voor hen. Hij is nog steeds hun Heer en Meester en Hij zal hen altijd nabij zijn. Dit kan ook voor ons een opsteker zijn. Laten we nu met Hem in gebed samen zijn.
Jezus vraagt aan Simon Petrus: ‘Hou je van Mij?’ Dit is de derde vraag die Jezus aan al zijn volgelingen stelt. De andere twee vragen luiden: ‘Wat zoek je? (Johannes 1, 38) en ‘Wie zeggen jullie dat Ik ben?’ (Lucas 9, 18). Deze derde vraag is echter de belangrijkste van de drie en omvat de vorige twee. Laten we de Heer toelaten ons deze drie vragen te stellen.
Gesprek
In stilte verblijf ik bij mijn God die al mijn gedachten, behoeften en verlangens kent, en ik vertrouw erop dat Hij mij bestaat. Ik ontvang alles wat ik nodig heb voor de komende tijd.
Besluit
Eer aan de Vader en aan de Zoon en aan de heilige Geest,
zoals het in het begin was,
is nu en zal altijd zijn,
wereld zonder einde. Amen.
Amen
Copyright © 1999-2025 Sacred Space. All rights reserved.
Gewijde Ruimte is een werk van de Ierse Jezuïeten.