Zondag 4 mei •Third Sunday of Easter
In Gods aanwezigheid
Hoe meer we de Heer aanroepen, hoe meer we Zijn aanwezigheid kunnen voelen. Dag na dag brengt Hij ons dichter bij Zijn liefdevolle hart.
Vrijheid
“In deze dagen heeft God mij geleerd
zoals een onderwijzer een leerling onderwijst.” (Sint Ignatius).
Ik herinner mezelf eraan dat er dingen zijn die God me nog moet leren,
en ik vraag om de genade om ze te horen en ze me te laten veranderen.
Bewustzijn
Heer, U bent in alles aanwezig
en wanneer ik de tijd neem om gewoon te zitten en bij U te zijn,
rust mijn geest
en voel ik Uw vrede.
Het Woord van God
Johannes 21, 1-191In die tijd verscheen Jezus andermaal aan de leerlingen bij het meer van Tiberias. De verschijning verliep als volgt: 2Er waren bijeen Simon Petrus, Tomas die ook Didymus genoemd wordt, Natanaël uit Kana in Galilea, de zonen van Zebedeüs en nog twee van zijn leerlingen. 3Simon Petrus zei tot hen: “Ik ga vissen.” Zij antwoordden: “Dan gaan wij mee.” Zij gingen dus op weg en klommen in de boot, maar ze vingen die nacht niets.
4Toen het reeds morgen begon te worden, stond Jezus aan het strand, maar de leerlingen wisten niet dat het Jezus was. 5Jezus sprak hen aan: “Vrienden, hebben jullie soms wat vis?” “Neen,” zeiden ze. 6Toen beval Hij hun: “Werpt het net uit, rechts van de boot, daar zult ge iets vangen.” Nadat ze dit gedaan hadden, waren ze niet meer bij machte het net op te halen vanwege de grote hoeveelheid vissen. 7Daarop zei de leerling van wie Jezus veel hield tot Petrus: “Het is de Heer!” Toen Simon Petrus hoorde dat het de Heer was, trok hij zijn bovenkleed aan – want hij droeg slechts een onderkleed – en sprong in het meer. 8De andere leerlingen kwamen met de boot, want zij waren niet ver van de kust, slechts ongeveer tweehonderd el, en sleepten het net met de vissen achter zich aan.
9Toen zij aan land waren gestapt, zagen zij dat er een houtskoolvuur was aangelegd met vis erop en brood. 10Jezus sprak tot hen: “Haalt wat van de vis die gij juist gevangen hebt.” 11Simon Petrus ging weer aan boord en sleepte het net aan land. Het was vol grote vissen, honderddrieënvijftig stuks, en ofschoon het er zoveel waren, scheurde het net niet. 12Jezus zei hun: “Komt ontbijten.” Wetend dat het de Heer was, durfde geen van de leerlingen Hem vragen: “Wie zijt Gij?” 13Jezus trad dichterbij, nam het brood, en gaf het hun, en zo ook de vis. 14Dit was nu de derde keer dat Jezus aan de leerlingen verscheen sinds Hij uit de doden was opgestaan.
15Na het ontbijt zei Jezus tot Simon Petrus: “Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij meer lief dan dezen Mij liefhebben?” Hij antwoordde: “Ja Heer, Gij weet dat ik U bemin.” Jezus zei hem: “Weid mijn lammeren.” 16Nog een tweede maal zei Hij tot hem: “Simon, zoon van Johannes, hebt ge Mij lief?” Hij antwoordde: “Ja Heer, Gij weet dat ik U bemin.” Jezus hernam: “Hoed mijn schapen.” 17Voor de derde maal vroeg Hij: “Simon, zoon van Johannes, hebt ge Mij lief?” Nu werd Petrus bedroefd, omdat Hij hem voor de derde maal vroeg: Hebt ge Mij lief? en hij zei Hem: “Heer, Gij weet alles; Gij weet dat ik U bemin.” Daarop zei Jezus hem: “Weid mijn schapen. 18Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Toen ge jong waart, deedt ge zelf uw gordel om en ging waarheen ge wilde, maar wanneer ge oud zijt, zult ge uw handen uitstrekken, een ander zal u omgorden en u brengen waarheen ge niet wilt.” 19Hiermee zinspeelde Hij op de dood waardoor Hij God zou verheerlijken. En na deze woorden zei Hij hem: “Volg Mij.”
Inspiratie
We lezen hier dat Petrus zich gekwetst voelde dat Jezus hem voor de derde keer vroeg:
‘Heb je Mij lief?’ We weten dat tussen Petrus en Jezus - tijdens hun aardse leven - een verzoening had plaatsgevonden, vandaar Petrus’ gretigheid om uit de boot te springen om naar Jezus te komen. Ook wij zijn verzoend met God door zijn vergeving van onze zonden. Laten we nu verlangen om Hem in gebed te ontmoeten.
Petrus zei: ‘Heer, U weet alles.’ We kunnen zeggen: ‘Heer, U kent ook mijn gebrek aan liefde, maar U weet dat ik U wil liefhebben.’
Gesprek
Als ik nadenk over de Evangelielezing van vandaag, is er dan iets waarvan ik denk dat God wil dat ik dat op dit moment hoor of weet? Over welke waarheid wil Hij vandaag in mijn leven spreken?
Besluit
Ik dank God voor zijn geschenk van liefde
terwijl ik verder ga met vreugde en hoop
om Zijn volk te dienen.
Amen
Copyright © 1999-2025 Sacred Space. All rights reserved.
Gewijde Ruimte is een werk van de Ierse Jezuïeten.