Johannes 11, 45-56

45Vele Joden die in die dagen naar Maria waren gekomen en zagen wat Jezus gedaan had, geloofden in Hem. 46Enigen van hen gingen echter naar de Farizeeën om hun te vertellen wat Jezus gedaan had. 47De hogepriesters en Farizeeën belegden daarop een zitting van het Sanhedrin en zeiden: “Wat doen we? Want die man verricht veel wonderen. 48Als wij Hem zijn gang laten gaan zullen ze allemaal in Hem geloven. Dan zullen de Romeinen komen en met de heilige plaats ook ons volk wegvagen.” 49Maar een van hen, Kájafas, die dat jaar hogepriester was zei hun: “Gij begrijpt er niets van; 5050ge denkt er niet aan, dat het beter voor u is, dat er één mens voor het volk sterft dan dat het hele volk ten onder gaat.” 5151Dit zei hij niet uit zichzelf, maar als hogepriester van dat jaar profeteerde hij dat Jezus zou sterven voor het volk, 5252en niet voor het volk alleen maar ook om de verstrooide kinderen van God samen te brengen. 53Van die dag af waren ze besloten Hem te doden.

54Jezus bewoog zich daarom niet meer openlijk onder de Joden, maar vertrok vandaar naar de streek bij de woestijn, en wel naar de stad Efraim waar Hij met zijn leerlingen verbleef.

55Toen echter het paasfeest van de Joden op handen was gingen velen uit de streek vóór Pasen naar Jeruzalem om zich te reinigen. 56Ze zochten naar Jezus en zeiden tot elkaar terwijl ze in de tempel stonden: “Wat dunkt u? Zou Hij niet naar het feest komen?”