Johannes 16, 16-20

16“Een korte tijd en u ziet Mij niet, en weer een korte tijd en u zult Mij zien, want Ik ga heen naar de Vader.” 17Sommigen van zijn leerlingen zeiden tegen elkaar: “Wat betekent dit dat Hij tegen ons zegt: ‘Een korte tijd en u ziet Mij niet, en weer een korte tijd en u zult Mij zien; en: Want Ik ga heen naar de Vader’?” 18Zij zeiden dan: “Wat bedoelt Hij met een korte tijd? We weten niet waarover Hij het heeft.” 19Jezus dan wist dat ze Hem dit wilden vragen en zei tegen hen: “Vraagt u zich onder elkaar af wat het betekent dat Ik gezegd heb: ‘Een korte tijd en u ziet Mij niet, en weer een korte tijd en u zult Mij zien’?” 20Voorwaar, voorwaar Ik zeg u dat u zult huilen en weeklagen, maar de wereld zal zich verblijden; en u zult bedroefd zijn, maar uw droefheid zal tot blijdschap worden.