Johannes 2, 1-11
1In die tijd was er een bruiloft te Kana in Galilea, waarbij de moeder van Jezus aanwezig was. 2Jezus en zijn leerlingen waren eveneens op die bruiloft uitgenodigd. 3Toen de wijn opraakte zei de moeder van Jezus tot Hem: “Ze hebben geen wijn meer.” 4Jezus zei tot haar: “Vrouw, is dat soms uw zaak? Nog is mijn uur niet gekomen.” 5Zijn moeder sprak tot de bedienden: “Doet maar wat Hij u zeggen zal.” 6Nu stonden daar volgens het reinigingsgebruik der Joden zes stenen kruiken, elk met een inhoud van ongeveer honderd liter. 7Jezus zei hun: “Doet die kruiken vol water.” Zij vulden ze tot bovenaan toe. 8Daarop zei Hij hun: “Schept er nu wat uit en brengt dat aan de tafelmeester.” Dat deden ze. 9De tafelmeester proefde van het water dat in wijn veranderd was. Hij wist niet waar die wijn vandaan kwam, maar de bedienden die het water geschept hadden, wisten het wel. Zodra hij geproefd had riep hij de bruidegom en zei tegen hem: 10“Iedereen zet eerst de goede wijn voor en wanneer men eenmaal goed gedronken heeft de mindere. U hebt de goede wijn tot nu toe bewaard.” 11Zo maakte Jezus te Kana in Galilea een begin met de tekenen en openbaarde zijn heerlijkheid. En zijn leerlingen geloofden in Hem.
“Copyright © 2021 National Council of Churches of Christ in the United States of America. Used by permission. All rights reserved worldwide.”