Lucas 1, 46-56
46Maria sprak:
“Mijn hart prijst hoog de Heer.
47Van vreugde juicht mijn geest om God, mijn redder: 48daar Hij welwillend neerzag op de kleinheid zijner dienstmaagd. En zie, van heden af prijst elk geslacht mij zalig 49omdat Hij die machtig is aan mij zijn wonderwerken deed, en heilig is zijn Naam. 50Barmhartig is Hij, van geslacht tot geslacht voor hen die Hem vrezen. 51Hij toont de kracht van zijn arm; slaat trotsen van hart uiteen. 52Heersers ontneemt Hij hun troon, maar Hij verheft de geringen. 53Die hongeren overlaadt Hij met gaven, en rijken zendt Hij heen met lege handen. 54Zijn dienaar Israël heeft Hij zich aangetrokken, gedachtig zijn barmhartigheid voor eeuwig 55jegens Abraham en zijn geslacht, gelijk Hij had gezegd tot onze Vaderen.”
56Nadat Maria ongeveer drie maanden bij haar gebleven was keerde zij naar huis terug.
“Copyright © 2021 National Council of Churches of Christ in the United States of America. Used by permission. All rights reserved worldwide.”