Lucas 3, 10-18

10In die tijd stelden de mensen Johannes de vraag: “Wat moeten wij doen?” 11Johannes gaf hun ten antwoord: “Wie dubbele kleding heeft, laat hij delen met wie niets heeft, en wie voedsel heeft, laat hij hetzelfde doen.” 12Er kwamen ook tollenaars om gedoopt te worden en ze vroegen hem: “Meester, wat moeten wij doen?” 13Hij zei hun: “Niet méér vragen dan voor u is vastgesteld.” 14Ook soldaten ondervroegen hem: “En wij, wat moeten wij doen?” Hij antwoordde: “Niemand uitplunderen, niemand iets afpersen, maar tevreden zijn met uw soldij.”

15Omdat het volk vol verwachting was en iedereen zich aangaande Johannes de vraag stelde, of hij niet de Messias zou zijn,, 16gaf Johannes aan allen het antwoord: “Ik doop u met water, maar er komt iemand die sterker is dan ik; ik ben niet waardig de riem van zijn sandalen los te maken. Hij zal u dopen met de heilige Geest en met vuur. 17De wan heeft Hij in zijn hand om zijn dorsvloer grondig te zuiveren en zijn tarwe te verzamelen in de schuur, maar het kaf zal Hij verbranden in onblusbaar vuur.”

18Zo en met nog vele andere vermaningen verkondigde Johannes aan het volk de Blijde Boodschap.