Lucas 9, 46-50

46In die tijd kregen de leerlingen woorden over de vraag wie van hen wel de grootste was. 47Maar Jezus die wist wat zij dachten nam een kind, zette het naast zich 48en sprak tot hen: “Wie dit kind opneemt in mijn Naam neemt Mij op; en wie Mij opneemt, neemt Hem op die Mij gezonden heeft. Wie dus de kleinste is onder u allen, die is de grootste.”

49Nu nam Johannes het woord en zei: “Meester, we hebben iemand in uw Naam duivels zien uitdrijven en we hebben getracht het hem te beletten omdat hij niet een van uw volgelingen is, zoals wij.” 50Maar Jezus zei tot hem: “Belet het hem niet. Want wie niet tegen u is, is vóór u.”