Marcus 13, 24-32
24In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Maar na die verschrikkingen in die dagen
zal de zon verduisteren en de maan zal geen licht meer geven;
25de sterren zullen van de hemel vallen en de hemelse heerscharen zullen in verwarring geraken.
26Dan zullen zij de Mensenzoon zien komen op de wolken met grote macht en heerlijkheid. 27Dan zal Hij zijn engelen uitzenden om zijn uitverkorenen te verzamelen uit de vier windstreken, van het einde der aarde tot het einde des hemels.
28Trekt uit de vergelijking met de vijgenboom deze les: Wanneer zijn twijgen al zacht worden en beginnen uit te botten, weet ge dat de zomer in aantocht is. 29Zo ook, wanneer gij al deze dingen ziet, weet dan dat het einde nabij is, ja voor de deur staat. 30Voorwaar, Ik zeg u: dit geslacht zal niet voorbijgaan totdat dit alles gebeurd is. 31Hemel en aarde zullen voorbijgaan maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan.
32Van die dag of dat uur weet niemand af, zelfs niet de engelen in de hemel, zelfs niet de Zoon, maar de Vader alleen.”
“Copyright © 2021 National Council of Churches of Christ in the United States of America. Used by permission. All rights reserved worldwide.”