Matteüs 19, 23-30

23In die tijd sprak Jezus tot zijn leerlingen: “Voorwaar, Ik zeg u: voor een rijke is het moeilijk het Rijk der hemelen binnen te gaan. 24Nog sterker: voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke in het Koninkrijk Gods te komen.” 25Toen de leerlingen dit hoorden stonden zij verbijsterd en vroegen: “Wie kan er nu eigenlijk gered worden?” 26Jezus keek hen aan en zei: “Dit ligt niet in de macht der mensen, maar voor God is alles mogelijk.”

27Waarop Petrus zei: “Zie, wij hebben alles prijsgegeven om U te volgen. Wat zullen wij dus krijgen?” 28Jezus sprak tot hen: “Voorwaar, Ik zeg u: bij de wedergeboorte, wanneer de Mensenzoon zal gezeten zijn op de troon van zijn heerlijkheid, zult ook gij die Mij gevolgd zijt gezeten zijn op twaalf tronen en heersen over de twaalf stammen van Israël. 29En ieder die zijn huis, broers of zusters, vader of moeder, vrouw, kinderen of akkers heeft prijsgegeven om mijn Naam, zal het honderdvoudig terugkrijgen en eeuwig leven ontvangen. 30Veel eersten zullen laatsten en veel laatsten zullen eersten zijn.”