Hoe we bidden

Onze relatie met God omvat ons hele leven, maar vindt een bijzondere uitdrukking in het gebed. Naarmate er veranderingen plaatsvinden in hoe wij onszelf ervaren, zullen er ook aanpassingen zijn in hoe wij ons tot God verhouden. Een ervaring van Gods liefde kan leiden tot een veranderde relatie met God, en vervolgens tot een verandering in ons gebed én in ons zelfbeeld.

Als ons beeld van onszelf verandert, verandert ook ons beeld van God — en daarmee ook ons gebed. We zullen ons ook op een andere manier tot anderen verhouden. Al deze elementen zijn met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar. Opmerken wat er in ons gebeurt, helpt ons om mee te bewegen met wat de Heer in ons bewerkt. Een gebed dat “echt” is en verbonden is met het leven, helpt de deur naar verandering te openen — of laat ons zien wat die verandering in de weg staat. Het haalt de focus weg van onszelf en hoe we moeten zijn, of hoe we zouden moeten zijn in gebed en in het leven. Tijd is nodig om los te komen van het idee dat we het “ooit goed zullen doen”. We blijven ons bewust van onze afhankelijkheid van God, zodat we Hem kunnen laten leiden.

Gebeden opzeggen is niet hetzelfde als bidden. Na verloop van tijd kunnen Gods verlangens een centralere plaats krijgen in ons gebed, terwijl de focus op het eigen ik vermindert. Het binnenbrengen van de echte levenskwesties in ons gebed vraagt om openheid voor verandering in al onze relaties – met onszelf, met God en met anderen. Door te letten op veranderingen in hoe we God ervaren, of in ons zelfbeeld als geschapen naar Gods beeld, of in het gebed zelf, worden we uitgenodigd om de verbanden daartussen te zien. Dit opent de diepere dimensie van deze relaties en de rijkdom die daarin besloten ligt. Zo wordt de verbinding tussen gebed en leven steeds duidelijker.
Michael Drennan s.j., See God Act: The Ministry of Spiritual Direction