Luisteren naar het Evangelie

De meeste weekenden vier ik de eucharistie in een van onze plaatselijke gevangenissen. Meestal komt ongeveer 10 tot 15 procent van de gevangenen naar de viering, veel meer dan je zou verwachten. Je kunt ze min of meer verdelen in drie groepen: de eersten zijn de ‘katholieken vanaf de wieg’, de mensen die daar horen te zijn en de enigen die ooit problemen veroorzaken. De tweede zijn leden van verschillende protestantse tradities die niet op tijd uit bed konden komen voor de Anglicaanse dienst. De derde groep bestaat uit mensen die eruitzien alsof ze nooit eerder in hun leven een kerk van binnen hebben gezien. Misschien komt de derde groep uit nieuwsgierigheid, gewoon om iets te doen. Ze hebben geen idee waar ze zijn of hoe ze zich moeten gedragen, maar zij zijn ook degenen die het meest aandachtig luisteren.

Ik vroeg me altijd af waarom, totdat een van hen, Kolo, een Ghanese man, tegen me zei:
“Vader, een gevangenis binnengaan is een vrij duidelijk teken in iemands leven dat Plan A niet echt werkt. En als je een Plan B hebt dat zou kunnen werken, zullen ze wel of niet in je geloven, het wel of niet met je eens zijn, maar ze zullen je wel een eerlijke kans geven.” Dat was het moment waarop ik dacht, “Ja, dat is waarom ik vanmorgen ben opgestaan. Ik wist dat er een reden was.” Er is iets heel nederigs in het weten dat de mensen aan wie je predikt, het Evangelie misschien wel voor de eerste keer horen.

De taak van deze gedetineerden, niet anders dan die van ons, is om de aanwezigheid van Christus te zijn binnen de plek waar ze wonen en werken. Ik denk niet dat er een Kerk is die niets zou kunnen leren van de katholieke christelijke gemeenschappen ‘in de bak’.

Paul O’Reilly s.j., Hope in All Things