Woensdag 23 april
In Gods aanwezigheid
Aanwezig zijn is er zijn zoals je bent en je openstellen voor de ander.
Op dit moment, nu ik hier ben, is God aanwezig en wacht Hij op mij.
God is er altijd voor mij, verlangend om contact te maken
nog meer dan mijn beste vriend.
Ik sta even stil en begroet God, die mij liefheeft.
Vrijheid
Lieve Heer, boezem in mijn hart
het verlangen in om U meer te leren kennen en lief te hebben.
Mag ik gehoor geven aan Uw wil voor mijn leven.
Bewustzijn
Heilige Geest, val opnieuw op mij tijdens deze tijd van gebed. Door U mag ik weten dat ik een geliefd kind van God ben.
Het Woord van God
Lucas 24, 13-3513Op de eerste dag der week waren er twee leerlingen van Jezus op weg naar een dorp dat Emmaüs heette en dat zestig stadiën van Jeruzalem lag. 14Zij spraken met elkaar over alles wat was voorgevallen. 15Terwijl zij zo aan het praten waren en van gedachten wisselden, kwam Jezus zelf op hen toe en Hij liep met hen mee. 16Maar hun ogen werden verhinderd Hem te herkennen. 17Hij vroeg hun: “Wat is dat voor een gesprek dat gij onderweg met elkaar voert?” Met een bedrukt gezicht bleven ze staan. 18Een van hen, die Kléopas heette nam het woord en sprak tot Hem: “Zijt Gij dan de enige vreemdeling in Jeruzalem, dat Gij niet weet wat daar dezer dagen gebeurd is?” 19Hij vroeg hun: “Wat dan?” Ze antwoordden Hem: “Dat met Jezus de Nazarener, een man die profeet was, machtig in daad en woord in het oog van God en van heel het volk; 20hoe onze hogepriesters en overheidspersonen Hem hebben overgeleverd om Hem ter dood te laten veroordelen en hoe zij Hem aan het kruis hebben geslagen. 21En wij leefden in de hoop dat Hij degene zou zijn die Israël ging verlossen! Maar met dit al is het reeds de derde dag sinds die dingen gebeurd zijn. 22Wel hebben een paar vrouwen uit ons midden ons in de war gebracht; ze waren in de vroegte naar het graf geweest 23maar hadden zijn lichaam niet gevonden en ze kwamen zeggen dat zij ook nog een verschijning van engelen hadden gehad, die verklaarden dat Hij weer leefde. 24Daarop zijn enkelen van de onzen naar het graf gegaan en zij bevonden het zoals de vrouwen gezegd hadden, maar Hem zagen ze niet.” 25Nu sprak Hij tot hen: “O onverstandigen, die zo traag van hart zijt in het geloof aan alles wat de profeten gezegd hebben! 26Moest de Messias dat alles niet lijden om in zijn glorie binnen te gaan?” 27Beginnend met Mozes verklaarde Hij hun uit al de profeten wat in al de Schriften op Hem betrekking had.
28Zo kwamen ze bij het dorp waar ze heen gingen, maar Hij deed alsof Hij verder moest gaan. 29Zij drongen bij Hem aan: “Blijf bij ons, want het wordt al avond en de dag loopt ten einde.” Toen ging Hij binnen om bij hen te blijven. 30Terwijl Hij met hen aanlag nam Hij brood, sprak de zegen uit, brak het en reikte het hun toe. 31Nu gingen hun ogen open en zij herkenden Hem, maar Hij verdween uit hun gezicht. 32Toen zeiden ze tot elkaar: “Brandde ons hart niet in ons, zoals Hij onderweg met ons sprak en ons de Schriften ontsloot?” 33Ze stonden onmiddellijk op en keerden naar Jeruzalem terug. Daar vonden ze de elf met de mensen van hun groep bijeen. 34Dezen verklaarden: “De Heer is werkelijk verrezen, Hij is aan Simon verschenen.” 35En zij van hun kant vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe Hij door hen herkend werd aan het breken van het brood.
Inspiratie
Deze ontmoeting van de twee leerlingen met de verrezen Heer is een belangrijk voorbeeld voor ons eigen gebed. De Christus die wij ontmoeten in gebed is natuurlijk altijd de verrezen Heer, en in onze ontmoetingen gaan wij een dialoog met Hem aan. Hier zien we die dialoog aan het werk als Jezus aan hen vraagt wat er aan de hand is, en als zij antwoorden luistert Hij. Dan antwoordt Hij hun met woorden van de Schrift, dat het woord van God is. Deze ervaring zet hun hart in vuur en vlam, want ze zeiden: ‘Brandde ons hart niet toen Hij tot ons sprak?’ We vragen om te leren hoe we moeten luisteren naar de Heer in onze eigen dialogen met Hem.
De taal van God in gebed is stilte en liefde. In ons luisteren, zijn onze harten met aandacht bij zijn liefdevolle aanwezigheid. Zoals pater Karl Rahner schreef: ‘Hij heeft zijn liefde verborgen in de stilte van zijn zwijgen, zodat onze liefde zich zou openbaren in geloof.’
Gesprek
Hoe heeft Gods Woord mij bewogen?
Heeft het me koud gelaten?
Heeft het me getroost of bewogen om op een nieuwe manier te handelen?
Ik stel me voor dat Jezus naast me staat of zit en
Ik draai me om en deel mijn gevoelens met Hem.
Besluit
Ik dank God voor zijn geschenk van liefde
terwijl ik verder ga met vreugde en hoop
om Zijn volk te dienen.
Amen
Copyright © 1999-2025 Sacred Space. All rights reserved.
Gewijde Ruimte is een werk van de Ierse Jezuïeten.