Johannes 1, 29-34

29In die tijd zag Johannes Jezus naar zich toekomen en zei: “Zie, het Lam Gods dat de zonde van de wereld wegneemt. 30Deze is het van wie ik zei: Achter mij komt een man die vóór mij is, want Hij was eerder dan ik. 31Ook ik kende Hem niet, maar opdat Hij aan Israël geopenbaard zou worden, daarom kwam ik met water dopen.” 32Verder getuigde Johannes: “Ik heb de Geest als een duif uit de hemel zien neerdalen en Hij bleef op Hem rusten. 33Ook ik kende Hem niet: maar die mij gezonden had om met water te dopen, Hij had tot mij gesproken: Op wie gij de Geest zult zien neerdalen en blijven rusten, Hij is het die doopt met de heilige Geest. 34Ik heb het zelf gezien en ik heb getuigd: Deze is de Zoon van God.”