Johannes 15, 1-8

1“Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer. 2Elke rank aan Mij die geen vrucht draagt snijdt Hij af; en elke die wel vrucht draagt zuivert Hij, opdat zij meer vrucht mag dragen. 3Gij zijt al rein dank zij het woord dat Ik tot u gesproken heb. 4Blijft in Mij dan blijf Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf maar alleen als zij blijft aan de wijnstok, zo gij evenmin als gij niet blijft in Mij. 5Ik ben de wijnstok, gij de ranken. Wie in Mij blijft terwijl Ik blijf in hem die draagt veel vrucht, want los van Mij kunt gij niets. 6Als iemand niet in Mij blijft wordt hij weggeworpen als rank en verdort; men brengt ze bij elkaar, gooit ze in het vuur en ze verbranden. 7Als gij in Mij blijft en mijn woorden in u blijven vraagt dan wat gij wilt en gij zult het krijgen. 8Hierdoor wordt mijn Vader verheerlijkt dat gij rijke vruchten draagt; zo zult gij mijn leerlingen zijn.”