Johannes 3, 1-8

1Er was onder de Farizeeën iemand die Nikodémus heette. Hij behoorde tot de voornaamsten van de Joden. 2Eens kwam deze in de nacht bij Hem en zei: “Rabbi, wij weten dat Gij van Godswege als leraar gekomen zijt, want niemand kan die tekenen doen die Gij verricht als God niet met hem is.” 3Jezus gaf hem ten antwoord: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, als iemand niet wedergeboren wordt kan hij het Rijk Gods niet zien.”, 4Nikodémus zei tot Hem: “Hoe kan een mens geboren worden als hij al oud is? Kan hij soms in de schoot van zijn moeder terugkeren en opnieuw geboren worden?” 5Jezus antwoordde: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, als iemand niet geboren wordt uit water en geest kan hij het Rijk Gods niet binnengaan. 6Wat geboren is uit het vlees is vlees en wat geboren is uit de Geest is geest. 7Verwonder u niet dat Ik u zei: gij moet opnieuw geboren worden. 8De wind blaast waarheen hij wil; gij hoort wel zijn gesuis maar weet niet waar hij vandaan komt, en waar hij heen gaat; zo is het met iedereen die geboren is uit de Geest.”