Johannes 6, 52-59

52In die dagen geraakten de Joden met elkaar in twist en zeiden: “Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven?” 53Jezus sprak daarop tot hen: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, als gij het vlees van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt gij het leven niet in u. 54Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt heeft eeuwig leven en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. 55Want mijn vlees is echt voedsel en mijn bloed is echte drank. 56Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt blijft in Mij en Ik in hem. 57Zoals Ik door de Vader die leeft gezonden ben en leef door de Vader, zo zal ook hij die Mij eet leven door Mij. 58Dit is het brood, dat uit de hemel is neergedaald. Het is niet zoals bij de vaderen die gegeten hebben en niettemin gestorven zijn wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven.” 59Dit zei Jezus bij zijn onderricht in de synagoge van Kafarnaüm.