Lucas 23, 13-38
Daarop riep Pilatus de hogepriesters, de overheidspersonen en het volk bijeen en hij zei tot hen: “Gij hebt deze man voor mij gebracht als iemand die het volk tot opstand aanzet; welnu: ik heb Hem in uw bijzijn verhoord maar ik heb in deze man niets kunnen ontdekken van al datgene waar gij Hem van beschuldigt. Herodes evenmin want hij heeft Hem naar ons teruggezonden. Het is duidelijk dat Hij niets heeft bedreven dat de doodstraf zou rechtvaardigen. Ik zal Hem daarom een tuchtiging laten toedienenen dan vrijlaten.”
Ze begonnen allen tegelijk te schreeuwen: 18“Weg met Hem! Laat ons Barabbas vrij!” 19Deze Barabbas was in de gevangenis geworpen wegens een oproer in de stad en wegens moord. Opnieuw sprak Pilatus hen toe omdat hij Jezus wenste vrij te laten. Maar zij riepen daartegen in: “Kruisig Hem, kruisig Hem!” 22Voor de derde maal vroeg Pilatus hun: “Wat voor kwaad heeft die man dan toch gedaan? Ik heb in Hem niets gevonden, dat de doodstraf rechtvaardigt. Ik zal Hem daarom een tuchtiging laten toedienen en dan vrijlaten.” 23Luid schreeuwend bleven zij echter zijn kruisiging eisen en hun geschreeuw gaf de doorslag. Pilatus besliste dat gebeuren zou wat zij eisten: Hij liet de man die zij opvorderden los, al zat hij wegens oproer en moord in de gevangenis,maar Jezus leverde hij over aan hun willekeur. Toen zij Hem wegvoerden hielden zij een zekere Simon aan, een man uit Cyrene die van het veld kwam; hem belaadden ze met het kruis om het achter Jezus aan te dragen. Een grote volksmenigte volgde Hem, ook vrouwen die zich op de borst sloegen en over Hem weeklaagden. Jezus keerde zich tot hen en sprak: “Dochters van Jeruzalem, weent niet over Mij maar weent over uzelf en over uw kinderen. Weet dat er een tijd zal komen waarop men zeggen zal: Gelukkig de onvruchtbaren, wier schoot niet heeft gebaard en wier borst geen kind heeft gevoed. Dan zal men tot de bergen zeggen: Valt op ons en tot de heuvels: Bedekt ons. Want als men zo doet met het groene hout wat zal er dan met het dorre gebeuren?”
Er werden nog twee anderen weggevoerd, twee misdadigers, om samen met Hem ter dood te worden gebracht.Toen zij op de plaats kwamen die Schedel heet sloegen zij Hem daar aan het kruis, en zo ook de misdadigers, de een rechts, de ander links. En Jezus zei: “Vader, vergeef hun want ze weten niet wat ze doen.” Ze verdeelden zijn kleren onder elkaar, door er om te dobbelen. Het volk stond toe te kijken maar de overheidspersonen lachten Hem uit en zeiden: “Anderen heeft Hij gered; laat Hij zichzelf eens redden als Hij de Messias van God is, de uitverkorene!” 36De soldaten brachten Hem zure wijn, en ook zij voegden Hem spottend toe: 37“Als Gij de koning der Joden zijt red dan uzelf.” 38Boven Hem stond als opschrift in Griekse, Romeinse en Hebreeuwse letters: “Dit is de koning der Joden.”
“Copyright © 2021 National Council of Churches of Christ in the United States of America. Used by permission. All rights reserved worldwide.”