Lucas 6, 17-23

17Toen Hij met hen de berg was afgedaald, bleef Hij staan op een plaats waar het vlak was. Daar had een groot aantal van zijn leerlingen zich verzameld, evenals een menigte mensen uit heel Judea en Jeruzalem en uit de kuststreek van Tyrus en Sidon. 18Zij waren gekomen om naar Hem te luisteren en zich van hun ziekten te laten genezen; ook degenen die gekweld werden door onreine geesten werden genezen, 19en de hele menigte probeerde Hem aan te raken, want er ging een kracht van Hem uit die allen genas.

20Hij richtte zijn blik op zijn leerlingen en zei:

“Zalig zijt gij die arm zijn, want van u is het koninkrijk van God.

21Zalig zij gij die honger hebben, want u zult verzadigd worden. Zalig wie nu huilt, want u zult lachen.

22“Gezegend zijt gij wanneer mensen u haten en buitensluiten, beschimpen en belasteren omwille van de Mensenzoon 23Wees verheugt als die dag komt en spring op van blijdschap, want u zult rijkelijk beloond worden in de hemel. Vergeet niet dat uw voorouders de profeten op dezelfde wijze hebben behandeld.