Lucas 7, 11-17

11In die tijd begaf Jezus zich naar een stad die Naïn heette; zijn leerlingen en een grote groep mensen gingen met Hem mee. 12 Hij was juist in de nabijheid van de stadspoort gekomen toen daar een dode werd uitgedragen, de enige zoon van zijn moeder, die weduwe was. Een groot aantal mensen uit de stad vergezelde haar. 13Toen de Heer haar zag gevoelde Hij medelijden met haar en sprak: “Schrei maar niet.” 14Daarop trad Hij op de lijkbaar toe en raakte die aan. De dragers bleven staan en Hij sprak: “Jongeling, Ik zeg je: sta op!” 15De dode kwam overeind zitten en begon te spreken en Jezus gaf hem aan zijn moeder terug. 16Allen werden door ontzag bevangen en zij verheerlijkten God en zeiden: “Een groot profeet is onder ons opgestaan,” en: “God heeft genadig neergezien op zijn volk.” 17En dit verhaal over Hem deed de ronde door heel het Joodse land en de wijde omtrek.