Lucas 7, 31-35

1In die tijd zei Jezus: “Waarmee zal Ik de mensen van dit geslacht vergelijken? Op wie gelijken ze? 32Ze gelijken op kinderen die op het marktplein zitten en elkaar toeroepen:

Wij hebben voor u op de fluit gespeeld en gij hebt niet gedanst; wij hebben een treurlied gezongen en gij hebt niet gehuild.

33Immers: Johannes de Doper is gekomen,eet geen brood en drinkt geen wijnen gij zegt: hij is van de duivel bezeten! 34En de Mensenzoon is gekomen, hij eet en drinkt wel en gij zegt: Kijk die gulzigaard en wijndrinker, die vriend van tollenaars en zondaars! 35Maar de Wijsheid vindt rechtvaardiging bij al haar kinderen”


Reflectie on Lucas 7, 31-35

Inspiratie - 2025-09-17 Dagelijks Gebed

De mensen in Judea en Galilea kregen een buitengewone kans toen hun God onder hen wandelde en grote wonderen verrichtte. Eeuwenlang hadden mensen ernaar verlangd te zien wat ze zagen en nooit zagen, te horen wat ze hoorden en nooit hoorden. Maar in de hardheid van hun hart sloten hun leiders hun ogen ervoor. Niemand is zo blind als zij die niet willen zien.

‘Hij is een demon, of hij is een dronkaard.’ Hoe gemakkelijk verzinnen we excuses voor onze eigenzinnigheid en verontschuldigen we onszelf ervoor dat we niet aan onze christelijke roeping voldoen. We bidden: ‘Heer, laat mij zien.’