Lucas 9, 18-22

18Toen Jezus eens alleen aan het bidden was en zijn leerlingen bij Hem kwamen stelde Hij hun de vraag: “Wie zeggen de mensen, dat Ik ben?” 19Zij antwoordden: “Johannes de Doper, anderen zeggen: Elia, en weer anderen: een van de oude profeten is opgestaan.” 20Hierop zei Hij tot hen: “Maar gij, wie zegt gij dat Ik ben?” Nu antwoordde Petrus: “De Gezalfde van God.”

21Maar Hij verbood hun nadrukkelijk dit aan iemand te zegen. 22“De Mensenzoon – zo sprak Hij – moet veel lijden en door de oudsten, hogepriesters en schriftgeleerden verworpen worden, maar na ter dood te zijn gebracht zal Hij op de derde dag verrijzen.”