Marcus 3, 31-35
31Eens kwamen Jezus’ moeder en zijn broeders, en terwijl zij buiten bleven staan, stuurden ze iemand naar Hem toe om Hem te roepen. 32Er zat veel volk om Hem heen, dat het bericht doorgaf: “Uw moeder en uw broeders daarbuiten vragen naar U.” 33Hij gaf hun ten antwoord: “Wie is mijn moeder, wie zijn mijn broeders?” 34En terwijl Hij zijn blik liet gaan over de mensen die in een kring om Hem heen zaten zei Hij: “Ziehier mijn moeder en mijn broeders. 35Want mijn broeder en mijn zuster en mijn moeder zijn zij die de wil van God volbrengen.”
“Copyright © 2021 National Council of Churches of Christ in the United States of America. Used by permission. All rights reserved worldwide.”