Marcus 9, 30-37

30Na de gedaanteverandering op de berg gingen Jezus en zijn leerlingen daar weg en trokken Galilea door; maar Hij wilde niet dat iemand het te weten kwam, 31want Hij was bezig zijn leerlingen te onderrichten. Hij zei hun: “De Mensenzoon wordt overgeleverd in de handen der mensen en ze zullen Hem doden; maar drie dagen na zijn dood zal Hij weer opstaan.” 32Zij begrepen die woorden wel niet maar schrokken ervoor terug Hem te ondervragen.

33Zij kwamen in Kafarnaüm en, eenmaal thuis, ondervroeg Hij hen: “Waar hebt ge onderweg over getwist?” 34Maar zij zwegen, want zij hadden onderweg een woordenwisseling gehad over de vraag wie de grootste was. 35Toen zette Hij zich neer, riep de twaalf bij zich en zei tot hen: “Als iemand de eerste wil zijn, moet hij de laatste van allen en de dienaar van allen zijn.” 36Hij nam een kind en zette het in hun midden; Hij omarmde het en sprak tot hen: 37“Wie een kind als dit opneemt in mijn Naam neemt Mij op; en wie Mij opneemt neemt niet Mij op, maar Hem die Mij gezonden heeft.”


Reflectie on Marcus 9, 30-37

Inspiratie - 2025-02-25 Dagelijks Gebed

Jezus had zijn discipelen net verteld dat Hij machteloos zou zijn tegenover zijn vijanden en ter dood zou worden gebracht, maar dit alles ging hen boven hun pet. Voor hen waren menselijke kracht en grootheid van belang. Dus neemt en omarmt Jezus een klein kind als een voorbeeld voor hen om degenen te koesteren die machteloos en afhankelijk zijn van anderen. De Mensenzoon kwam niet om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven in dienst van anderen.

Een van de grote lessen op onze christelijke reis is de les van nederigheid. De heilige Teresa van Avila schreef: ‘Nederigheid is waarheid.’ We moeten allemaal groeien in de waarheid van onze eigen kleinheid en volledige afhankelijkheid van God.