Matteüs 18, 1-5.10

1In die tijd richtten de leerlingen tot Jezus de vraag: “Wie is nu wel de grootste in het Rijk der hemelen?” 2Hij riep een klein kind, zette het in hun midden en zei: 3“Voorwaar, Ik zeg u: als gij niet opnieuw wordt als de kleine kinderen, zult gij het Rijk der hemelen zeker niet binnengaan. 4Wie dus zichzelf gering acht zoals dit kind, is de grootste in het Rijk der hemelen. 5En wie in mijn Naam zulk een kind opneemt neemt Mij op.

10“Hoedt u er voor een van deze kleinen te minachten, want Ik zeg u: zij hebben engelen in de hemel en deze aanschouwen voortdurend het aangezicht van mijn Vader die in de hemel is.”,


Reflectie on Matteüs 18, 1-5.10

Inspiratie - 2025-10-02 Dagelijks Gebed

Jezus wijst naar het kleinste kind in de menigte en moedigt ons aan om zoals dat kind te zijn. In die cultuur – net als in veel andere – had een kind geen invloed, geen status en geen controle over het leven. Alles hing af van de ouders en de gemeenschap. Jezus zegt daarmee iets over hoe wij ons leven zouden kunnen leiden, maar ook over het verwelkomen van de meest bescheiden mensen in de gemeenschap. We maken deel uit van Jezus’ familie, gemeenschap en kerk niet vanwege wat we hebben bereikt, maar simpelweg om wie we zijn. Misschien merken we in het gebed wat ons een gevoel van eigenwaarde of belangrijkheid geeft. Leg dat dan eens naast het beeld van kinderen die weten dat alles wat ze hebben een gave is, ontvangen van anderen en van God.