Matteüs 19, 13-15

13Er werden kleine kinderen bij Jezus gebracht, opdat Hij hun de handen zou opleggen en een gebed over hen spreken. Maar bars wezen de leerlingen ze af. 14Jezus echter zei: “Laat die kinderen toch begaan en verhindert ze niet bij Mij te komen. Want aan hen die zijn zoals zij behoort het Rijk der hemelen.” 15En nadat Hij hun de handen had opgelegd vertrok Hij vandaar.