Matteüs 4, 12-17.23-25
12Toen Jezus vernam dat Johannes was gevangen genomen, week Hij uit naar Galilea. 13Met voorbijgaan echter van Nazaret vestigde Hij zich in Kafárnaüm, aan de oever van het meer, in het grensgebied van Zebulon en Naftali, 14opdat in vervulling zou gaan het woord van de profeet Jesaja:
15“Land van Zebulon, land van Naftali, liggend aan de zee, Overjordanië: Galilea van de heidenen! 16Het volk dat in duisternis zat heeft een groot licht aanschouwd; en over hen die in het land van de schaduw van de dood gezeten hebben, over hen is een licht opgegaan.”
17Van toen af begon Jezus te prediken en te zeggen: “Bekeert u, want het Rijk der hemelen is nabij.”,
23Jezus trok door geheel Galilea, terwijl Hij als leraar optrad in hun synagogen, de Blijde Boodschap verkondigde van het Koninkrijk en alle ziekten en alle kwalen onder het volk genas. 24Zijn faam ging uit over geheel Syrië en men bracht allen tot Hem die er slecht aan toe waren, die door velerlei ziekten en pijnen gekweld werden, bezetenen, lijders aan vallende ziekte en lammen. En Hij genas hen. 25Grote volksmenigten uit Galilea en Dekápolis, uit Jeruzalem, Judea en het Overjordaanse sloten zich bij Hem aan.
“Copyright © 2021 National Council of Churches of Christ in the United States of America. Used by permission. All rights reserved worldwide.”