Matteüs 6,1-6.16-18

1“Denkt er om: beoefent uw gerechtigheid niet voor het oog van de mensen, om de aandacht te trekken; anders hebt gij geen recht op loon bij uw Vader die in de hemel is.

2Wanneer gij dus een aalmoes geeft, bazuint het dan niet voor u uit zoals de huichelaars doen in de synagoge en op straat, opdat zij door de mensen geprezen worden. Voorwaar, Ik zeg u: Zij hebben hun loon al ontvangen. 3Als gij een aalmoes geeft laat uw linkerhand dan niet weten wat uw rechter doet 4opdat uw aalmoes in het verborgene blijve en uw Vader die in het verborgene ziet zal het u vergelden.,

5Wanneer gij bidt, gedraagt u dan niet als de schijnheiligen die graag in de synagogen en op de hoeken van de straten staan te bidden om op te vallen bij de mensen. Voorwaar, Ik zeg u: Zij hebben hun loon al ontvangen! 6Maar als gij bidt, gaat dan in uw binnenkamer, sluit de deur achter u, en bidt tot uw Vader, die in het verborgene is; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.,

16Wanneer gij vast, zet dan geen somber gezicht zoals de schijnheiligen; zij verstrakken hun gezicht om de mensen te tonen dat zij aan het vasten zijn. Voorwaar, Ik zeg u: Zij hebben hun loon al ontvangen. 17Maar als gij vast, zalft dan uw hoofd en wast uw gezicht 18om niet aan de mensen te laten zien dat gij vast, maar vast voor uw Vader die in het verborgene is en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.”